Daar lig je dan,
Naakt als een slak.
Omver gespoeld
Door een problemenregen.
Je verbergt je
In een ondoordringbare cocon
Waar tranen je helen.
Wanneer je wonden genezen
En littekens geworden zijn.
Ontpop je tot een bontgekleurde vlinder,
Sla je je felgekleurde vleugels open
En vlieg je de zon tegemoet