Zijn goudblonde lange haar
Zijn lichtblauwe ogen
Die als vlinders in mij vlogen,
Zo onbereikbaar
En zijn stem, zijn verhalen
Die mij diep deden zinken
Die mij van zijn lust lieten drinken
Mijn geest tot verre deed dwalen
Zijn handen die zo dichtbij waren
Maar naar welke ik alleen nog kon staren
Zijn stem alleen door de telefoon..
Hij doet mij denken aan een maan bij avondrood
Nu is hij dood
Maar goed, hij was toch wat gewoon