Elfendroom...
'k Zie je in een beeldig kleedje
je draagt linten in je haar,
ik zeg het je nu, dan weet je
dat 'k je telkens zie, aldaar.
Aan de bosrand zie 'k je zweven
vleugels trillen heen en weer,
door een zonnestraal omgeven,
daal j'op d'elfenbankje neer.
Aan het ven, moet ik vertellen,
dansen alle elfjes fijn
of zijn het misschien libellen
vliegend aan de waterlijn.
Draaiend om bloeiende lelies
capriolen makend hier,
waterparels op mijn netvlies
oogleden slechts op een kier.
Want zonnestralen weerkaatsen
tegen vleugels transparant
als jij heen en weer gaat schaatsen
pirouettes heel galant.
Jij, mijn kleine lieve elfje,
jij, mijn mooie libel klein
rust maar uit onder 't gewelfje
van een varen, liefje mijn.
Want jij doet mijn hartje leven
in mijn dromen is het waar.
Wanneer mag ik het beleven,
jij en ik, in 't echt een paar?
(30.04.2006)