Eenzaam Alleen.
In de verte ligt m,n eiland.
Midden in de zee.
Ik sta te wachten op veerboot.
Want die neem me mee.
In het midden staat een hut.
Met een bed een tafel en een stoel.
Daar wil ik wonen.
Buiten is het warm.
Binnen is het koel.
Dit is ook de plek waar de stres,
Ophoud te bestaan.
Waar de zon wordt afgewisseld.
Door het nachtelijk licht van de maan.
De plek waar ik kan dromen.
En waar de zee zachtjes haar golven,
Op het strand laat komen.
Wonen op het strand.
Waar de zee geen vervuiling kent.
En waar je één, met de stilte bent.
Er hangt een oude klok aan de wand.
Die niet meer loopt,
Maar ook niet naar de tijd verlangt.
Ik leef van wat de natuur me geef.
De zon die geef me warmte.
De zee die geef me eten.
Van datgene wat er leeft.
Hier wil ik blijven,
Tot het einde der tijden.
Naar deze plek wil ik gaan.
Hier wil ik m,n dromen beleven.
Hier wil ik wel zeven levens leven.