Ik vluchtte naar buiten,
vluchtend naar een sigaret.
Ik wou niets meer aanhoren
even alleen, ik was gered.
Het ging niet eens op mij,
maar toch kwam hij terug
mijn gedachten in,
Ik trok terug aan mijn sigaret, vlug.
Ik bleef daar zo even zitten,
even helemaal alleen
Ik had nicotine die trooste,
Ik had de rook om mij heen.
Zijn naam wil ik niet meer horen,
er liep een traan langs mijn gelaat.
het doet nog steeds pijn,
en zuchtend is er rook die uit mijn mond gaat.
Nicotine,
verslaving of troost?
Laat het nu een troost zijn
voordat liefde mij nogmaals verwaarloost.