Het is zoals de wind,
een briesje over het graanveld waait.
Zoals de banden van je fiets
over het wegdek ruisen.
Alsof je keihard loopt,
om toch maar niets te horen.
Oorverdovend.
De stilte ademt en roept,
schreeuwt en tiert, fluistert en fezelt.
De stilte zingt en lacht.
Het is gek, als je het zo bekijkt.
Want, als je heel goed luistert,
dan hoor je hem.
Die stilte, die je dacht voorgoed kwijt te zijn.