Ik lag.
Onder een brug.
En ik dacht terug aan de vorige nacht.
Het was koud.
Ik had geen deken,
Zo lag ik hier al een week of negen.
Ik had zelf geen doos.
Ooit kreeg ik van iemand die lief had een roos.
De man sprak me aan,
en zij met wijze woorden.
''warm je hieraan op maar,
als ze verwelkt dan zul je sterven''
ik heb nu,die roos nog altijd.
en ik voel me goed.
Het was al volop s'winters.
de zon scheen niet meer.
ik kreeg het koud...
Als ik dacht :
aan wat de man me een jaar geleden zij.
droomde ik weg...
als ik terug wakker werd keek ik verbaasd op,
Niet alleen omdat de man terug voor me stond.
Maar ook omdat de roos nog altijd niet was verwelkt.
hij zag dat ik verbaasd keek.
En antwoorde opnieuw met wijze woorden:
''de roos overleeft alles het is een sterk ding.
Ze overleeft alleen in het bijzijn van de mensen met een hart''
Zij de man nog.
En verdween terug opnieuw...
Nu begreep ik waarom die roos niet verwelkte in die ijskoude winter.
...
Ik gaf de roos aan een ander en alles gebeurde opnieuw maar...
de roos verwelkte dag na dag en zo stierf de man die het recht niet had.