Zoals de zon blijft schijnen
in 't oneindige van deze wereld,
de vrolijkheid van nieuw leven,
de kleuren om je heen.
Bang om niet begrepen te worden
het verlies van het zicht
op de treinrails, het verlies
van de vasthoudendheid.
En dan zomaar opeens het besef
dat de boodschappen nog
gedaan moeten worden,
maar de zon schijnt zo hinderlijk.
De frisse lucht verandert in benouwdheid
niet meer durven geloven in de lente
omdat de hagel nogsteeds valt
en je vel openhaalt, tot op het bot.
Het is een prachtige wereld,
maar om het te zien
moet je wel je ogen open doen.