Elke dag denk ik aan jou,
misschien omdat ik nog van je hou.
Weten doe ik dit niet,
want nog steeds heb ik veel verdriet.
Niets dat je me liet weten,
dat zal ik niet vergeten.
Zal ik je in dit leven,
dit alles kunnen vergeven?
Vragen heb ik er zoveel,
vooral over jouw deel.
Tasten doe ik in het duister,
ik hoor zelfs geen gefluister.
Was er dan niets echt,
was het zo slecht?
Mij negeren is wat je deed,
dat is waar ik onder leed.
Heb ik dat verdient,
was jij wel echt mijn vriend?
Begrijpen heb ik het niet gedaan,
maar toch moest ik maar verder gaan.
Jij liet je niet meer horen of zien,
geen tekens van een misschien.
Verlaten,
in de steek gelaten.
En mijn niet alleen,
dit vind ik helemaal gemeen.
Samen hadden we gekozen,
nu ben je ons aan het lozen.
Hoe jij je voor hebt gedaan,
is niet hoe je ermee om bent gegaan.
Wie jij werkelijk bent,
is vast niet wat jij kent.
Verscholen onder een grote waan,
kom je daar ooit nog onder vandaan?
Niet heb jij kunnen delen,
alsof het je niets kon schelen.
Wat deed je eigenlijk met mij,
alles draait bij jou om vrij!
Vrij van vrijheid,
waarin jij zo goed gedijt.
Als je dit zo goed weet,
is het niet iets dat je vergeet.
Je hebt het niet eerlijk en oprecht,
tegen mij gezegd.
Je hebt me bedrogen,
je hebt tegen me gelogen.
Wellicht dat jij dit anders ziet,
omdat jij ooit jezelf verliet.
Boos is wat ik ben,
verdrietig omdat ik jou niet ken.
Je ware aard,
is mij niet waard.
Deze heb je wel getoond,
de werkelijke kant die in je woont.
Woorden kunnen niet verhullen,
wat je daden naar buiten brullen.
Jammer dat het zo is gelopen,
maar wel beter dan blijven hopen.
Onder alle schijn,
blijk jij het tegenovergestelde te zijn.
Haal het doek maar neer,
want die schijn ben je niet meer!
Steeds dacht ik misschien,
want ik wilde het niet zien.
Toch moet ik eraan geloven,
en mezelf beloven,
dat dit de werkelijkheid is,
en dat ik mij echt niet vergis.
Niet zal ik vergeten,
dat ik beter had kunnen weten.