Dat ik je kwijt bent zegt noet niet dat ik je ook verloren ben,
Je leeft door in de wereld van mijn onwetendheid,
de kracht die je me gaf straalt van mijn ogen,
zonder jou is verloren, vermorzeld door de macht,
verpulvert door de kracht van je handen,
die mij eens omwonden met troosteloosheid,
afgezien van alle tranen en onmogelijkheid
lijk ik best gelukkig, opzoek naar de waarheid,
wat ik me niet beseffen zal, al zou ik het vinden.
En al zou je, vanuit je onderaardse leven,
mij het leven zuur proberen te maken, ik kan je negeren,
je liefde is me nooit genoeg geweest,
vergeet wat ik je eens wijs probeerde maken over perfectie,
onze zus-broer relatie is gebroken toen je heen ging.
Ik zou willen ontkennen dat ik je ooit heb gekend
maar alles bewijzen duiden het tegengestelde aan.
Ik zou willen vergeten dat je oit tegen me zei
dat ik het mooist van de wereld was, en je me nooit
alleen laten durfde. Vergeef me dat ik hier eens was.
De lege kamer van ons gevoel vergat dat jij hier
eens je dagen doorbracht en je omgeving uitsloot,
hoe zou ik kunnen vergeten dat jij hier eens was
dat je van me hield omdat ik zo klein was, kwetsbaar,
al heb ik het nooit graag toegegeven, vergeef me
omdat ik zo veranderde, omdat je nu niet meer
in mijn dagelijks leven naar voren komen mag.
Ik heb altijd van je gehouden en je bent welkom
in mijn hart, in mijn hoofd, maar ik vraag je,
liefste vriend en broer, hou je verder afzeidig.