Daar zat ze dan..
Dat meisje, te zitten.
Ik stapte naar haar toe, hopend op een gesprek.
Stap voor stap..
Ik nader, zachtjes.
Ze hoort me.
Even kijkt ze door haar vingers.
Langzaam laat ze haar handen zakken.
Spiertje voor spiertje..
Tot.
Haar gezicht zichtbaar wordt.
Steil pikzwart haar.
Een kras.
Katten krabben?
Dan. Plots.
Zie ik het.
De tranen die stromen..
Pikzwarte ogen die weerkaatsen.
Als een spiegel..
Je ziet jezelf.
Dan denk je even na.
Tot.
Je tot een conclusie komt.
Maar het blijft een vraag.
Dat meisje.. daar.
Ik dacht.
Zal ik eens praten met haar?