Als ik in de spiegel kijk,
dan zie ik iemand anders.
Ik ken mezelf niet in een beeld,
maar van totaal iets anders.
Ik ken mezelf van wat ik zeg,
wat ik denk, en wat ik voel.
Dus weet ik niet van hoe ik kijk,
van hoe ik ga, of hoe ik stoel.
En toch denk ik dat een ander
wel zal weten hoe zij blijkt.
En keur ik haar soms aan of af
op de manier waarop ze kijkt.
Maar de spiegel is een leugenaar,
dat weet men sinds jaar en dag
Dus vraag ik jou om veel te praten,
en je te kussen als dat mag.