De zon komt op,
het schijnt en verlicht,
voor je een bloementuin,
werkelijk een prachtig gezicht,
Langzaam laat je je vallen,
in het hoge gras,
probeer je je te bedenken,
wanneer je voor het laatst wakker was,
Ik droom, maar dat maakt niks uit,
want alles voelt echt,
de wind die langs mij heen waait,
al zoveel km's heeft afgelegd,
Met m'n vingers in 't water,
langs de bergen omhoog,
zie ik dan eindelijk,
het begin van een regenboog,
Wat ik zie,
is geen goud in een kist,
maar mijn oma,
die ik verschrikkelijk heb gemist,
Zelfs nu klinkt ze hetzelfde,
haar gelach en gepraat,
ik voel zoveel dingen tegelijk,
ik weet me even geen raad,
Ze vertelde me,
geniet van deze mooie tijd,
zolang het nog mag,
want na vanacht bij je 'm kwijt,
Ik heb de zon omhelst,
bergen beklommen,
dieren geaait,
en heel ver gezwommen,
Toen begreep ik de hint,
geniet van elk klein dingetje die je is gegeven
want dit was mijn laatste,
dagje leven.