Iets heeft mijn dromen gestolen,
Het is alsof gisteren nooit is geweest
Ik kan niet meer dromen, niet zoals vroeger
Ik moet vragen om bescherming, tegen mezelf,
Om niet alleen maar nachtmerries over te houden
Ik laat al weken niets van me horen,
Omdat ik alleen wil zijn,
Maar ik ben nooit alleen...
Altijd die stem die tegen me schreeuwt,
Die me op komt zoeken als ik droom,
En mijn dromen veranderd in nachtmerries
Die zorgt dat ik Liefde en mensen die om me geven mijd,
Alsof Liefde en Geluk besmettelijke ziektes zijn,
Die zich als een plaag onder de mensen verspreiden
Geen woorden kunnen de ogen beschrijven,
Die altijd in me priemen
Ogen waartegen geen bescherming helpt
Ik heb spijt van alles wat ik doe,
Dingen die ik niet wil doen, doe ik toch,
Als ik te lang bij mensen ben wordt ik helemaal misselijk
Mijn masker verhult mijn tranen, mijn lach mijn verdriet
Ik wil niet slapen, ik wil niet eten
Ik wil niet dood, ik wil niet leven
Ik wil niet samen, ik wil niet alleen
Dus laat me maar gewoon liggen,
Ik ga wel gewoon liggen,
Liggen wachten op de slaap,
Liggen wachten op de nachtmerrie,
Omdat mijn dromen gestolen zijn,
Misschien wel door mezelf...