Het Verleden:
Donker, mistig en koud,
Je in de ban van iemand anders laten.
Zo ver, tot niemand meer van je houdt,
Je bent bezeten,
door een andere ziel.
Steeds overeind proberen te krabbelen,
tot ze je weer neerhaalde,
en je weer genadeloos op de grond viel.
Ineens was daar iets,
Een licht puntje heel klein.
Ik kroop er heen,
Wat zou het toch zijn?
Het werd steeds warmer,
Ik voelde steeds meer geluk.
Mijn hart dat in duizenden stukjes was gebroken,
begon te helen.
Het was niet meer stuk.
Jij pakte mijn hand,
en trok me uit het donkere gat.
Je liet me weer lachen,
Zo dat ik alles wat ik had mee gemaakt weer vergat.
Jij liet mijn hart sneller slaan,
Telkens als ik in je ogen keek.
De liefde waar je hart van over loopt,
Het wazige warme gevoel,
Waardoor de vloer onder me bezweek.
Jij ving me op,
keer op keer.
Jij zult me nu altijd op blijven vangen,
voor altijd weer.
Jij bent mijn liefde,
Jij bent mijn geluk.
Wij zullen altijd samen blijven,
want wat wij hebben,
Kan gewoon nooit meer stuk.