Zonder zover terug te keren
is er een stukje
profane tijd
dat je geeft of niet
aan de stem die praat in je stem
aan het heftig kloppend hart
in je hart
aan de zuivere intuïtie
zonder wortels of oevers
aan de guitige muiters die op je schouders klopt
en doorloopt
aan de herinnering die de wereld om je heen vastlegt
en je in haar bagage meeneemt
aan het amper verlichte gezicht
dat in je aanwezigheid
het gestotter van het ontstaan voorstelt
en zegt tot de schoonheid: Besta !
Er is die onverklaarbare keuze
van een andere duur
in de profante tijd