Ik sta in het midden,
iedereen kijkt,
niemand hoort.
Zoveel mensen die me kennen,
niemand die me wil kennen.
Het klinkt banaal,
toch,
is het ware taal.
Ik zou het willen uitschreeuwen,
willen maar niet kunnen.
Dus laat ik het verdrinken,
in poëzie.
En toch,
waneer ik het het minst verwacht,
duikt er iemand op,
waarmee ik het goed kan vinden,
me eventueel wel wil mee binden,
maar...
het wil niet lukken.
Ik sta in het midden,
iedereen kijkt,
niemand hoort.
Zoveel mensen die me kennen,
niemand die me wil kennen.
Het klinkt banaal,
toch,
is en blijft het ware taal.