ergens achter de gevels
van deze vreemde stad
zit jij en ik weet dat
ik je niet moet zoeken
het is onbegonnen werk
en sociaal niet geaccepteerd
het frustreert me dat ik de taal hier niet beheers
want zonder taal ben ik verloren
ik kan de locals dan wel horen
maar kan hen niet verstaan
ik mompel, gebaar, wend al mijn krachten aan
maar moet het hoofd verslagen laten hangen
wanneer ze mij weer die toren wijzen
dat vlechtwerk van staal en stangen
en lelijkheid
alsof wij voor de monumenten reizen
en niet voor onbeantwoorde liefdes
tsss
dus dwaal ik met mijn paraplu
schijnbaar achteloos
door druilerige straten
kan daarbij het speuren toch niet laten
en kijk nieuwsgierig om me heen
daar, het herenhuis met dat prettige gordijn
lijkt me een huis waar jij perfect zou kunnen zijn
-al ben je al perfect
en heb je een schittering om je lenden
die geen gordijn al heeft gedekt
en al zou je nooit zo de aandacht willen trekken
dat doen je trekken
wel vanzelf-