Op een boogscheut van de Notre Dame
Priemt de toren van de Saint’Chapelle,
gevat in ‘t keurslijf van de Cour de Mai.
Een eerste stap in de kapel beneden
zuigt je mee in ‘t middeleeuwse streven
te reiken naar de sterren en daar ver voorbij-
de eeuwigheid gevat in steen en gulden ornamenten.
Maar niets slaat ‘t gevoel dat je overvalt
na ‘t wentelend klimmen van de smalle trap
en je oog in oog staat met de melkweg:
het firmament vertaald in duizend kleuren
dat, eens geraakt door ‘t vage morgenlicht
in wisselend facet nieuw leven wekt.
Niets vermag de indruk te beschrijven
van ‘t grote, hemelse rozet -
dit orgelpunt in glas-in-lood:
visioen van toen, dat uitzicht geeft op later,
voleinding van wat ooit begon
de thuiskomst van een lange reis -
niets meer vragen, enkel weten
slechts één en alles zijn.
Rob