Herenpaarden, damespaarden
Dartelen door mijn grijze brein.
Ik kan niet anders denken dan aan paarden
Ik kan zonder niet gelukkig zijn.
Hoor die paarden toch eens draven.
Het moet haast wel werkelijk zijn.
Ik wil er met een ander niet over praten.
Die paarden zijn alleen gevangen in mijn brein.
Ben ik soms gek geworden
Om het simpelweg gelukkig zijn?
Gelukkig, omdat die paarden hun rondjes draven
Als carrousel paarden die voor mij beslagen zijn?
Ben ik soms gek geworden
Om het paarden fluisteren in mijn geest?
Of ben ik een bewonderaar van de edele waarden,
Die ik alleen terugvind in het paardenbeest?
Hoor die paarden toch eens draven.
Hen niet zien is niet verkeerd.
Ik wil mij meten met de maten;
Maten die men in de paarden vereerd.
Herenpaarden, damespaarden
Dartelen door mijn grijze brein.
Ik kan mij niet ondankbaar afwenden
Van die waarden die alleen aan mij gegeven zijn.