Achter de dijken
Wakend bij de woeste zee
Waar kwelders en veengronden
Net als de inwoners polderen
Ligt dit kleine land
Stoer strijdt het met de Noordzee
Om de hoogste eer
Zandheuvels heten hier bergen tegen beter weten in.
In het wijde land zie ik de kerktorens,
Bakens in de vlakke velden,
Vroom wijzen naar omhoog.
God weet waar.
Wilgen staan de koeien op te wachten en wenken naar de sloten in het grasland
Vogels vliegen over het wad
En strijken overal neer of bezoeken verre streken
Maar komen terug in dit vogelparadijs
Rivieren, breed en lang, kronkelen door de delta’s en leggen klei neer om in te ploeteren.
Bloemen kleuren het land als de zon hoog staat in de Bollenstreek.
Boeren en buitenlui gaan hun weg langs de huizen waar de lampen branden achter vriendelijke ramen
Miljoenen fietsers rijden over paden, lanen en wegen
Ik kan niet anders dan
houden van
Dit kleine, lage land
Achter de dijken