Op Oostendse stranden…
Op Oostendse stranden is het zand heet,
flanerend tussen lijven nat van ’t zweet
zoeken moeders van allerlei slag
hun kroost die wel verdwenen lijkt.
De vliegers in de lucht zorgen bij toeristen
voor ongemak en hebzucht,
terwijl de venter op het zand
met petten en zonnebrillen reeds
voor de middag zijn hoogtepunt bereikt.
De kwallen in het water bewaren
geen goede herinneringen aan een dagje uit
voor later als vaders discuteren
met de mannen in het rood.
Wij zijn de zee hoor je de meeuwen schreeuwen,
jullie zijn de dood, toch doet het water van zich dromen
vooral voor hen die in een lekke tobbe
proberen Engeland binnen te komen.
“Deze garnalen pellen zichzelf bijna” tracht
het viswijf je wijs te maken, maar je blaast en telt de schepen!
Krijst en tiert binnensmonds en verwenst het dagelijkse leven.
Ik doe wel mijn mond open
en het water stroomt naar binnen,
jouw tong weigert haar stem in alle talen.
De zee ontneemt me de illusie van gelukkig zijn.
Voor wie het voelt alsof hij in de hemel is beland
zoekt toch maar beter een ander strand
want Oostende is beter af zonder die duizenden
mensen die mij verontrusten en waar ik toch niets om geef.
Enkel jij mag over haar dijken lopen zonder dat men
jou iets probeert te verkopen waar je later spijt van krijgt.
Ik hoop, verlang en spreek tegen de stilte
enkel en alleen omdat jij nog maar een keer
opnieuw tegen mij negerend zwijgt…
esteban 10 juli 2019