Ik zal de storm zijn,
een storm die onverwacht komt.
En ik zal imponeren.
De mensen die in mij lopen, die
zal ik omber blazen.
Ze zullen zich overweldigd voelen,
door mijn enorme kracht.
het stormt en het regent.
En de regen is een vriend van mij.
Ik schud iedereen wakker, met al
mijn kracht, en de regen is vaak bij
mij dan.
Ik keer je wereld ondersteboven.
je weet van voren niet dat je van
achteren nog leeft. Maar ik ben wel
verhelderend, verhelderend voor je geest.
Je hebt weer het gevoel dat je leeft.
Ik verdwijn even snel als ik gekomen ben.
Dat is altijd al zo geweest.
Maar, pas op, want op een dag, ben ik terug,
en misschien nog wel krachtiger dan vorige keer.
Om de wereld wakker te schudden,
de storm, dat ben ik, die over het land
en de zee raast, zo krachtig als ik kan zijn.
Maar nu ben ik verdwenen. En de wolken die
verdwijnen, en de mensen zijn opgelucht, de
storm is weer voorbij. Maar ik ben er altijd
op de achtergrond, tot mijn tijd weer is gekomen,
dat ik, de storm, zal stormen, de wereld op zijn
kop zettend, iedere keer weer. Maar nu is het rustig
en schijnt de zon. En ik ben op de achtergrond aanwezig.
Totdat ik weer terug ben, en mensen zeggen, wat is die storm
weer bezig.