Je beeft en trilt,
En met je kopje kijk je me zielig aan,
Ik sla mijn armen om je heen,
Nee ik laat je echt niet alleen staan.
En als je je even eenzaam voelt,
Of moet huilen,
Mag je altijd,
Bij mij schuilen.
Kom maar mee,
Mijn bedje in,
Want ik heb ineens spontaan,
Heel erg veel zin.
En zo snel als je kwam,
Als een echte Hans Kazan,
Zo snel verdwijn je ook weer in de kast,
Mijn trouwe tarzan.