De zon schittert boven ’t zwarte continent:
diamant geslepen in wel duizenden facetten.
Het licht verblindt de argeloze zoeker
naar de ziel van dit wijdse land.
Bomen staan als schermen
voor de Drakensbergen die haast tot de hemel reiken,
en reeds eeuwen mens en dier omhullen
met vage mythen over ’t allereerst’ begin.
Zo begin ik aan mijn reis door ’t zuiden
van dit grote continent: smeltkroes van culturen,
halte voor wie de wereld wilde kennen,
op zoek naar goud en land.
De botsing kwam bij Bloedrivier
waar Zoeloes zich te pletter liepen
op de logge karren in een kring
en ’t moordend vuur de liefde smoorde
van wat restte van het oude paradijs.