Mijn ma en ik wonen alleen,
in een huis aan de Heuvellaan,
een rijtjes huis van steen,
die je overal ziet staan.
Antiek, wat planten en een kat,
een kanarie op de vensterbank,
ze is moe, ze heeft de dag weer gehad,
en ik moet gaan, mijn werk wacht...
Mijn rol speel ik weer vanacht,
van man naar vrouw, in nachtclub Than,
voor dronken kerels, die ik veracht,
wat maakt een man, een man...
En elke keer weer die striptease,
met de verbazing op hun smoelen,
als ik voor de ontknoping kies,
waarin een man zich vrouw kan voelen...
De sminck eraf ik ga naar huis,
't is vijf uur, de ochtendglorie,
ik kijk bij ma, alles pluis,
zeven jaar dezelfde story...
Wat vrienden komen op bezoek,
we praten over liefde en geluk,
drinken wat wijn, het eind is zoek,
ik ga nu slapen, 't was een ruk...
Na de koffie met mijn Ma, aan de slag,
ramen zemen, stofzuigen, de hele mik,
tot de nacht weer valt, en ik weer mag,
van scheerkwast naar lipstick...
Ik weet ze schelden me soms uit,
maar ik blijf toch wie ik ben,
want op de stage zing ik dan luid,
"what makes a men one men..."
*opgedragen aan de "jongens" van de groep
van Scheerkwast tot Lipstick"