Het razend vliegtuig suist met een kabaal,
door de donkerblauwe hemel heen,
baant zich een weg door de sterren,
op weg naar de stralende maan,
Ze liet een wit schapenvormige streep achter zich,
net zoals hans en grietje broodkruimel strooide,
wist ik dat het alleen tijd was,
voordat de streep zich zou laten oplossen,
De streep zetten een lijn tussen de sterren,
en tussen de half open maan,
ze baande een weg tussen zin en onzin,
tussen liefde en haat,
tussen mooi en lelijk,
tussen slim en dom,
tussen dik en dun
En al vervaagd de weg langzaam,
Weet ik dat de mensheid simpel zal blijven,
en graag kijkt naar het aangezicht,
zonder de smekende ziel te horen,
Het is net zoals een pen,
hij kan lekker schrijven,
maar als hij er niet mooi uitziet,
zal geen hond hem kopen,