Nu niet eens naar de kloten, Klaar voor de veldslag van morgen,
Verbannen naar buiten en binnen.
Zo hoog en laag . Op de wind glijdt je naam.
Door de straten vloeidt de muziek. Net zolang tot het mij diep van binnen raakt.
En zo zacht en zo mooi , Alles wat raakt en wat komt , is het ongelijk in alle antwoorden,
En dan jou woorden en jouw momenten. Zo opeens alles verdwenen. En achter te laten wat vooruit niet haalbaar was.
Zo hoog en zo laag. De storm in het glas die ik drink.
Daar, waar ik vlieg, een dag achterna, Opzoek naar het bekende, omdat ik alles zo had gedacht.
Toch te ver gezocht en de vraag was te dichtbij.
De deuren die je openmaakt, degene die nooit meer opengaan.
Sluit ze , en leef nog een keer,
Nu niet eens naar de kloten. Veldslag in remise.
Blijf niet staan, Het komt eraan.
De fout en de oplossing
het was mooi we hadden alles , Nog een keer.
Laat me zien, wat je altijd geschreeuwt hebt.
Nog een keer,
Nu niet eens niet naar de kloten