luid weerklink ik door de straten,
door mijn maker plots uitgebracht.
mensen staan haar aan te gapen,
ik kwam zo plots, zo onverwacht.
diep vanbinnen werd ik opgestapeld,
onder vorm van pijn en zorgen.
ik werd terug opgerakeld,
ooit was ik veilig opgeborgen.
maar ze kon het niet meer aan,
ik moest eruit.
dus heeft ze me laten gaan,
zo weerklink ik met veel geluid.
en toen kwam de vrijheid,
een plotse diepe zucht.
ik ontsnapte zeer voorbereid,
en vervaagde in de lucht.