Twintig eeuwen geleden was héél Gallië bezet
Maar in één klein dorpje was het nog grote pret
Mede dankzij Panoramix z'n toverdrank
Waren de talloze Romeinen erg mank
Asterix is slim dapper en klein
en de talloze avonturen mochten er zijn
Obelix is de goedel lobbes, ook het brute geweld
Die met het grootste genoegen een Romein velt
Panoramix is de druide van de streek
En van zijn drankjes wordt men heus niet week
Abraracourcix gedragen op zijn standvastig schild
Is voor vriend of vijand zeker niet mild
Nestor is de senior van de gehele bende
Door zijn koppigheid veroorzaakt hij veel ellende
Assurancetourix is het dorp's enigste muzikant
Bij ieder feestmaal schuiven de anderen hem aan de kant
Hoefnix is de onvervalste smid van het dorp
Z'n werkplaats ligt slechts op een steenworp
van de blond gevlechte costurnix, de visboer
Tussen die twee heethoofden is het altijd rumoer
De vriendschap tussen Asterix en Obelix is zuiver en puur
En iedere keer staan ze oog in oog met een nieuw avontuur
Romeinen en Everzwijnen zijn niet veilig op de wegen
Obelix schenkt ze maar al te graag enkele oorvegen
Net zoals de piraten, waarbij ze altijd naar hun zwaaien
Hun schip gaat, met een bulderlach van obelix steeds naar de haaien
Maar al bij al zijn het goedgeluimde en beschaafde barbaren
Die graag, met een feestmaal en hun vrienden naar de sterrenhemel staren