Verkocht
Ze stond langs de weg,
Daar, net voor de bocht.
Hier zag ik haar voor het eerst,
Ik was meteen verkocht.
Ik volgde haar,
Tot bij haar thuis.
En iedere dag,
Liep ik hier langs.
In de regen, in de kou.
Daar sta ik, voor het gebouw.
Ik zie haar, door de ruit.
Ik koop de auto.