Voorovergebogen
met zijn hoofd op tafel
valt hij,
bijna
in slaap
In zijn alcholhoudende hand
klemt een biertje
zijn andere probeert,
slaapdronken als hij is,
de kater
van zich af te duwen
Onverstaanbaar
lalt hij,
dwaas in het rond
Onderweg naar de keuken
komt hij zichzelf tegen
"Wil je nog een biertje ?"
hoor ik hem
tegen zijn spiegelbeeld
zijn kegel verradend
"Nee drankje !"