II. De Hydra van Lerna
bij elk stelende streel van jou
huil ik stilverzwegen klanken
uit in ,,,-verzwolgen pijn
m'n privé-waterland stopt (jou) niet
springtij stijgt tot elk geluk
verwaterd in mijn gestolen blik
elke traan die ik laat, dubbel haat
ik stroom gesloten over
verdrink in exponentieel verdriet
negen lichamen kon je kiezen
droog aan de lonkende hemel
maar alleen het mijne lokte jou
elke druppel verplettert mij maar
jij met slechts natte voeten
drijft op hou(d)t van mij
(droogt heden het verleden?)