trillende vingers verschuiven
huilende huid geeft zich
over aan wat bleef van mij
bevende angst en toch verlangen
zoekend tussen kippenvel
waar ik ooit gebleven ben
in jouw hoopvol wachten op
liefdesgeluk – gaat stuk?
de kilte barst in schreeuwen
zonder woorden verlies ik de weg
naar jou te kijken lijkt alsof
mijn toekomst in jouw ogen ligt
onaantastbaarheid verdwaalde
wazig wrang verleden, verlegen
strelende warmte in lange duisternis -
blink met je handen mijn twijfeltranen
tot de maan voorzichtig lacht en jij
vindt in haar zoenend licht: mij
(laat dan een fluisterspoor, zodat ik ons kan vinden)