Godin
met de vele gezichten
noem ik je
Je herfstblaadjesogen
zijn hun beschermers afvallig
zodat zij achterblijven
als beroofde skeletten
Ik zal mijn armen
niet om je sluiten
ik wil enkel naar je kijken
Je sneeuwwitte vingers
boetseren harten tot
ijskoude klompen zodat ze
breken in het ochtendlicht
Ik zal dat porselein
niet strelen
ik wil enkel naar je kijken
Maar als een lach ontdooit
op je lippen brengt hij
meer bloemen tot bloeien
dan er gestorven waren
Ik zal die mond
niet kussen
ik wil enkel naar je kijken
En als je trotse hals
zich plots weerloos opstelt
worden gevangen vogels
zenuwachtig in de middagzon
Ja, naar die hals
zal ik kijken
en ik zal je welgevallig zijn.