Het is toch niet normaal,
ze schelden en ze pesten.
Zetten je voor paal,
of slaan je buiten westen.
Hoe lang gaat dit nog duren?
Misschien wel voor altijd.
Zo lang ze op je blijven vuren,
raak je ze niet kwijt.
Ze hebben geen respect,
voor je leven.
Je wordt door ze genekt,
ze voelen zich verheven.
Doen ze het uit angst,
of zijn ze dan stoer.
Wie het laatst lacht, lacht het langst,
zij de wolven, jij hun voer.
Je hoort ze overal,
stoken iedereen op.
Je loopt in hun val,
je kan er niet tegenop.
Ze zijn onredelijk,
zien de gevolgen niet.
Ze zijn hatelijk,
letten niet op je verdriet.
Ooit gaan ze te ver,
dan moet je wenen.
Dan vlieg je naar de verste ster,
dan ben je verdwenen.