Ziekenhuis
Argeloos beantwoordde ik de telefoon
een bekende stem zei op vreemde toon:
"Je moet niet schrikken hoor...
Daar waarschuw ik je vast voor."
Nu zit ik hier met een bange verveling
bij een slaper te waken
Een geliefde gevangen in een omgeving
die mijn haat oprakelt:
Haat voor hoe dit kon gebeuren
Haat voor de verantwoordelijke gek
Haat voor mijn gezeur en
de haat - we moeten weg van deze plek
Zal de zee ooit weer zo blauw zijn?
Wil de wolk ooit verdergaan?
Drinken wij daar rode wijn?
Naast de sterren en de maan?
De verpleegster komt, gaat, stopt
behandelt dit buitenwerkelijke feit
als heel normaal - 'part of the job'
Ik ben blij met haar vriendelijkheid
Machines bewaken het levenssysteem
Vanwaar zijn de cijfers groen of rood?
Ik schrik van elk piepje om me heen
Ik schrik van elke zucht die ze uitstoot
Opgediend met zout op een toevalsbord.
Het onmachtsgevoel is niet meer te stelpen
Ondanks mijn kunne kan ik niets verhelpen
Ik schiet tekort, tekort, tekort...
"Je moet niet schrikken hoor...
Daar waarschuw ik je vast voor."
Ik wil de telefoon nooit meer horen...
Ik kan de telefoon nooit meer horen...
Zal de zee ooit weer zo blauw zijn?
Wil de wolk ooit verdergaan?
Drinken wij daar rode wijn?
Naast de sterren en de maan?