DE HEILIGE HOER
(een R.W. Fassbinder - scenario)
Plompverloren rijgen we de dagen als kralen
(langer wordt de ketting en eenzamer)
in de nachtblinde verstrengeling van lichamen:
ich will doch nur daB ihr mich liebt
Alsof wij weer in Almeria zouden zijn
naar de sterren balken
en ‘Burro! Burro!’
jongleren met onze ijdelheid
terwijl wij nu wachten
- een wachten met adem, huid en zaad -
in de dertiende maand van het jaar,
de lemuren de kwelgeesten
op de grote meester
handelaar in jaargetijden
en weer een dag eindigt als een boetedoening
eindigt op een ‘Rainer, waar blijft gij?"
De bloedkou paart met de nooddruft tot daar,
ja eindelijk, Prometheus met het vuur neerstrijkt
te midden van zijn pestgoden
der groBe Meister, der Spielleiter
Dag, dag Rainer
verleidelijke odaliske
hoed van koralen en baard van slangen
so was wie dich hab’ ich noch nie gesehen
Weer draaien
weer schelden en liefhebben en bevriezen
Liebe ist kalter als der Tod
maar de begeerte gaat dansen
op de twijfeltegels en de nacht
gaat schuilen in de KantstraBe, in de Paris Bar
tussen de oesters, Bloody Mary en Cuba Libre
blank en wit zijn wij in de morgen
we bestraffen de liefde en worden geweld
de meester hijgt op het beslagen pellicule:
slapen kan ik als ik dood ben
en jullie zuigen me toch alleen maar uit
en over wie werkelijk liefheeft wordt stampend heengelopen
en hoogmoed komt voor de val
Sacramentsdag
was het : een beest met zeven koppen
of : leuren met appelen en de klappen ontvangen
of nog : Wilde Liebe
unerhörter Drang treibt mich nach vorn
in deinen warmen schoB
Sacramentsdag
waarop we in de zonnebrillen kijken en verstenen
dan nodigt ons spiegelbeeld tot eeuwig slapen
Life is so precious, even right now