Ik sluit mijn ogen,
En trek me terug,
Waarna ik de grens tussen werkelijkheid,
En droomwereld overbrug.
Zacht laat ik me meevoeren,
De stilte strelend,
Op een teder kabbelend ritme,
Mijn wonden helend.
Dwalend over bergen,
Innerlijke warmte ontvlamt,
Zo in genot verzonken,
Dat het mijn gedachten verlamt.
Langzaam nadert het einde van mijn reis,
Met één been al in de werkelijkheid gestapt,
Ik open mijn ogen en zie,
Dat ik door de buurman ben betrapt ;-).