In dromen was hij heel dicht bij,
nooit dicht genoeg om aan te raken.
De geliefde die ik achter liet,
toen brein het hart kon overhalen
dat het beter was om weg te gaan.
Ik kon niet weten dat mijn ziel
eenzaam zou zijn zonder haar maat.
Teruggekeerd uit verre streken
zocht ik naar hem, mijn andere zelf,
mijn liefde die ik had verlaten,
denkend de toekomst te kunnen zien.
Ik vond hem en dezelfde ogen,
die ik in dromen had gezien,
keken me aan en ik was thuis.
Onze liefde nu in kalmer water,
waar een blik, een glimlach al voldoen.
Waar zijn muziek en de vele boeken,
die de bibliotheek me gaarne leent,
ons huis verrijken, waar we onze tijd
gebruiken om steeds meer lief te hebben
We hebben niet veel geld maar God, wat zijn we rijk.
............................
In dreams he was nearby
Not close enough to touch,
the loved one I left behind,
when brain persuaded heart
that leaving was the best.
I did not realize that my soul
without its mate would be lonely
Returning from a far-away place
I sought for him, my soul mate
The loved one I had left behind
believing that I could predict the future
I found him and the same eyes
I had seen in my dreams,
looked at me, I had come home
Our love in tranquil waters now,
where a gaze and a smile say it all
Where his music and my many books
borrowed from the library
enrich our home, where we use time
to deepen our love still more and more.
We have little money but by God, we are rich.