Regen symfonie
Op de keien het gespetter
In de plas meer geplons
Op het zink klinkt gekletter
Een fietser scheldend binnens monds
Asfaltweg van glimmend marmer
Vangt lantarenpalen licht
Donderwolken worden armer
`t is een herfstig aan gezicht
Hagelstenen, doffe dreunen
splinternieuwe autodak
Liefdes paartjes die verkleumen
Maar toch wel op hun gemak
Zie het nou eens spetteren
In het water hoe ze plonzen
Hoor het eens lekker kletteren
En de regen pijpen hoor ze gonzen
De hond voelt zich uitgelaten
In een tred haast zorgeloos
Dwalen wij de natte straten
Onbewust van wind of hoos
Vooraf gegaan aan de donder
veelarmig is de bliksemschicht
Een seconde tijdloos wonder
Zorgt voor eindig vergezicht
plassen stampend met het idee
´t leven eindigt in een schrijn
Een aaneen geworven cliché
Na regen komt zonneschuin
Ritsel sijpel spetter
twinkel druppel gons
donder bonzen kletter
Plons