Het duister in je ogen
begrijpend kust zij het weg.
Het geweld in je woorden
verlangend streelt zij die stuk.
Het putje in je ziel
verborgen vult zij dat op.
Het doof in je voeten
versteend leidt zij beiden heen.
Het vertrouwen in je hoofd
vlijtig heeft zij het gewonnen.
Het ijs in je handen
zomers smelt zij warmte toe.
Maar het kijken in je hart
geniepig beleeft zij weerstand, fout.