Zomaar een dag zoals zovele
Wand’lend over ’t weidse strand
Uitziend over een der zeeën
Benieuwd wat er onder de waterrand
Zich afspeelt voor bijzonder leven
Onzichtbaar tot het op een dag
Door de zeeën prijsgegeven
Op het strand zich tonen mag
Slechts voor even opgebaard
Kan het dan alleen maar hopen
Dat zijn geheim niet blijft bewaard
Dat er iemand langs komt lopen
En het oog daar vallen zal
Op dat ene kleine plekje
Half verstopt onder een kwal
En dan zegt: verrek ik heb je
In zijn zak hem koest’ren zal
----------------------------------------------
Tot hij thuis dit nieuwe leven
In zijn kast weer bij kan leggen
Het dan ook een naam kan geven
Zodat hij dan weer kan zeggen:
“Die vond ik onder een kwal
Voor dit zo het strand op gleed
(Zo veel vondsten heb ik al)
Dacht ik dat ik was compleet
Wat mag komen op mijn pad
Misschien na een nieuwe vloed
Zie ik het, dan pak ik dat
Dit nieuw leven geeft mij moed
Maar voorlopig is het zat”
----------------------------------------------
Deze dag ging ik op zoek
Zwom tot ik niet verder kon
Ging toen bijna om de hoek
Terwijl het leven net begon
Vechtend op de woeste golven
Hield ik het opeens niet meer
Het onderspit toen dus gedolven
Zonk ik in de diepte neer
Wat ik wilde zien zo zeer
Zwom gewoonweg om me heen
Nieuwe wezens tien of meer
Grijpen kon ik er geen een
Had gewoon de kracht niet meer
---------------------------------------------
Toen verdween langzaam het licht
Kwam er grond onder mijn voeten
En daar onder mijn gewicht
Voelde ik nieuw leven wroeten
Worstelend als nooit tevoren
Vocht ik mij een weg naar boven
Als moest ik weer opnieuw geboren
Leven liet mij weer geloven
In de nood vond ik de kracht
Om te redden ’t vege lijf
Te verlaten weer de nacht
Zodat ik weer boven drijf
Lucht!, dat had ik nooit verwacht
---------------------------------------------
En al zijn mijn zakken leeg
Heb ik niets om je te tonen
Ben ik blij dat ik beweeg
Laat de mensen nu maar honen
“Je was gek de sprong te wagen
In de diepte van de zee
Ja, ja, antwoord op je vragen….
Breng dan ook bewijzen mee”
In de verte hoor ik schreeuwen
Vorder traag nu, hand voor hand
In de richting van de meeuwen
Langzaam t’rug weer naar het strand
Uren lijken nu wel eeuwen
-----------------------------------------------
Eindelijk dan aangespoeld
Zie ik mensen om me heen
Vertel hen wat ik heb gevoeld
Slaan ze’n deken om me heen
“Je lag zo koud daar, halfbevroren
Hadden wij daar niet gestaan
Was je zeker wel verloren
Waarom ben je ook gegaan?”
En ik denk ik kan wel zeggen
Wat mij ertoe heeft bewogen
Hoe ik het ook uit zal leggen
Ze denken toch: “het is gelogen”
Dus zoek ik de enkeling
Die met kennis van’t gevaar
Heeft gekozen voor ervaring
En praat wat meer met hem of haar
Tijdens een strandwandeling
-------------------------------------------
Ik kijk nu anders naar het strand
Loop wat minder in gedachten
Want ik weet, daar in het zand
Ligt altijd wel wat te wachten
En misschien wel op een dag
Zie ik een oude bekende
Die ik al eens eerder zag
Die mij kent in mijn ellende
Maar vergeet toch zeker niet
Al het and’re wat er ligt
Alles wat je vindt, je ziet
Heeft een even groot gewicht
Ik speur zo verder en geniet!