Het eerste woordje uit mijn kindermond
Was toen ik mij nog in de wieg bevond
Ik kon natuurlijk geen moeder zeggen
Maar wel mama over mijn lipjes leggen
Je stond niet altijd naast mijn kinderbed
En steunde die emancipatiewet
Want gans alleen met een vaderloos wicht
Was het werken voor geld op jou gericht
Jij hebt mij toen in oorlogstijd gebaard
weer in vredestijd ook erkent aanvaard
Jij had kunnen abortus laten doen
Maar jij koos niet voor ‘t burgerlijk fatsoen
Hoe het ook anders had kunnen vergaan
Wij zouden hier nu niet te samen staan
Er zijn zoveel moeders op deze aard
Maar zijn ze allen jouw moederschap waard
Dit zegt nu als grootvader, jou kapoen
Ook jouw kleinkinderen vinden je koen
Het is een hemelse zegen voor jou
Waar ik diep in ’t hart, zo innig van hou