Het raadsel
Met een glimlach slaat hij haar gade
Zou zij hem ook gezien hebben?
Ze beweegt haar lippen maar hij hoort haar niet
Stemloze woorden vermengd met muisstille geluiden
Ze vragen zich beiden af waar ze zouden kunnen zijn,
Wie hun stemmen zou kunnen hebben gestolen
Ze vragen zich af wie hier God is
En geloven dat ze geloven of denken dat ze denken
Hij probeert op zijn beurt iets te zeggen
Maar ze kan er evenmin iets uit opmaken
Genageld aan de grond en machteloos voor zich uitstarend
Hoor je haar een 'ja' denken,wat later een 'nee'
En hem hoor je een 'misschien' teveel denken
Vragen die schreeuwen om antwoorden
Wensen die niet in vervulling gaan
Hij voelt zich net als een dove man
Die droomt dat hij zichzelf hoort spreken
Zij voelt zich net iets meer als een blinde vrouw
Die dromend kan zien
Nu staan ze recht tegenover elkaar...
Zwemmend werd hij wakker
Opweg naar verfrissing dacht hij zichzelf voor de zoveelste keer tegen te komen maar hij zag het meisje uit zijn droom
Ze vroeg: "Ken ik je niet ergens van?"
Verdrinkend kon ze nog net ademhalen
Toen ze wat later in de spiegel keek zag ze hem...
"Ik heb net over je gedroomd..."