De zon daalde, het water gaf haar rust.
En toch,
met weemoed dacht zij aan hem.
Zij wist waarom zij hier alleen was,
waarom het iet mocht zijn.
Een droom, een ideaalbeeld, een utopie...
Maar toch,
verlangde zij naar hem.
Hij nam haar,
net toen zij zo sterk was en tevens ook zo zwak.
Hij gebruikte haar,
toen zij net voldaan was en toch zo leeg.
Hij liet haar achter,
ontdaan van al haar zelfzekerheid.
En plotseling begreep zij,
hoe die brug haar naam kreeg.
Ze zuchtte.
Het waren er zeven,
voor haar slechts één lange :
haar leven !.