Zijn steeds zelfde woorden doen me struikelen
struikelen over de zekerheid
ik verdwaal in de gangen van zijn ongevoeligheid
eindeloze gangen
gangen met muren die worden
rechtgehouden door onverdraagzaamheid
en onbegrip
weer worden mijn gedachten teruggezogen
naar zijn woorden
hij heeft macht over MIJN gedachten
die kolken in mijn hoofd
valse woorden dringen binnen
steeds wanner hij zijn mond open doet om
de scherpe klanken uit te spuwen,
wordt de opbergkist
waar ik zijn woorden
in bewaar
zwaarder
en zwaarder
voller
en voller
...ze overstroomt...
hij wist dat we ongelijk gewapend waren.