'Wie zegt mij dat het verraad
niet herleeft in een ander land?
Waarom vluchten uit weerzin en leed,
waarom hopen dat je vergeet
wat je ziel heeft doorstaan en gemerkt?
Slechts zolang de herinnering nog werkt
is mijn leven eigen bezit,
onverschillig of het bestaan
uit vervoering of nederlaag.
Als ik opbreek en wakker word
in een nieuw maar ontworteld bestaan,
zal de schaduw weer naast mij staan
en ook onder de zuiderzon
zal mijn hart weer te rade gaan
met wat het ervoer en misdeed.
Wie gebeten is door het leed
en geschroeid door de knagende vlam
zal niet willen dat zij vergeet
wat haar, schuldig of niet, overkwam;
wie strijdt om een eigen bestaan
wil vallen of staan waar zij streed.'