REALITEIT
Wou dat ik in sprookjes kon geloven
Over kabouters, prinsen, heksen en lieve dieren
Wou dat ik er ’s nachts kon van dromen
Zonder dat de spoken door mijn hersenen gieren
De laatste tijd was het allemaal kommer en kwel
Maar met de kerstdagen in het verschiet
Lossen die zorgen misschien op, lopen naar de hel
Mijn gedachten rusten eerder niet
Probeer nu te denken aan de positieve dingen
Ook al zijn die er momenteel niet veel
Want er zijn bijna geen vogels die zingen,
Het rotslechte weer zit ook op hun keel
Kabouters, prinsen, heksen en lieve dieren
Kunnen me nu even niet bekoren
Het zijn de zenuwen die hier gieren
Niet de wind krijg ik te horen
Zouden een beetje in kerststemming moeten komen
Daarom heb ik het nodig om even te kunnen
Dromen van kabouters, prinsen, heksen en lieve dieren
Even de kaarsjes aansteken en ons wat rust gunnen
Iemand heb ik vandaag een beetje gesust
Het was moeilijk maar dat moet ook worden gedaan
De vreugde die ik daarin vind stelt me gerust,
Immers, niet iedereen begint daaraan
Heb me gisteren degelijk kwaad gemaakt
Op iemand die ik doodgraag zie
Zijn onverschilligheid heeft me geraakt
Maar ik heb me herpakt, zie . . .