Met mijn hoofd gebogen, loop ik door lange straten,
het is kil en koud en ik voel me verlaten.
hoe kon ik zo stom zijn haar te laten gaan,
Mischien is het mijn zwakheid of.? plotseling blijf ik staan
Ik hoor mijn naam weerklinken in portieken,
Gordijnen schuiven iets open, mensen gluren mensen spieken.
Kleine smalle reepjes licht vallen op straat,
het licht valt precies op haar geteinte gelaat.
Met behuilde ogen kijkt ze dwars door me heen,
En ik voel de vraag al komen "waarom liet je me gaan waarom was je zo gemeen?"
Het antwoord dat ik snel verzonnen had floepte eruit voor dat ik er zelf erg in had,
'Weer een nieuwe leugen?" zei ze nu ben ik het zat.
Ik kom je nu zelfs met dit rotweer achterna en weer zit je me te bedriegen,
Met je goedkope leugens me weer voor te liegen.
Al jaren gaat dit zo, maar nu niet meer dit is het einde van ons samen.
mensen om mij heen knikken, en ik voel het, ik zou me moeten schamen.
Ik wil haar vasthouden maar ze rukt zich los en rent weg,
Ja en ik weet ik ben haar nu voor altijd kwijt,
het doet me zeer en ik heb ook echt wel spijt.
Maar daarvoor is het nu te laat dat had ik me eerder moeten bedenken.
Ik ga weer verder met mijn hoofd gebogen loop ik door de straten,
Ik heb het koud en ik voel me verlaten.
langzaam blijf ik lopen door de nacht,
wachtend op iets wat ik niet verwacht.
wat wel nooit meer terugh zal komen
Ja, op iets wat ik mijzelf heb ontnomen.